De federale rulingcommissie herhaalt terzake haar klassieke mantra:
- afsplitsing omwille van ondernemingsrisico maar ook omdat het vastgoed zal worden uitgebreid (nieuwe aankoop grond en aanbouw aan bestaande site);
- beide vennootschappen zijn financieel zelfvoorzienend;
- er zal een marktconforme huur worden aangerekend;
- alle activa en passiva volgen zonder uitzondering het kavel waarmee zij intrinsiek verband houden;
- er worden geen fiscale aftrekken “verschoven”;
- de boekhoudkundige retroactiviteit bedraagt maximaal 7 maanden en – aangezien er geen fiscale aftrekposten worden verdeeld – kan er ook geen sprake zijn van enige manipulatie van de fiscale netto-waardes.