BTW
De nieuwe verjaringstermijn van 4 jaar inzake btw.
Reflectie over de slordigheid van de wetgever. (Tijdschrift voor Fiscaal Recht, nr. 2023/649, pagina 904-910)
Reflectie over de slordigheid van de wetgever. (Tijdschrift voor Fiscaal Recht, nr. 2023/649, pagina 904-910)
Kritische analyse bij de vaststelling van de eigenlijke belastingschuld (doctorine). (Tijdschrift voor Fiscaal Recht, nr. 2023/650, pagina 963-965)
Het verschil tussen een toevallige en een gewone btw-plichtige inzake nieuwbouw (beroepsverkoper) gaat terug op de eerste intentie en de navolgende feiten. Het volstaat dus dat men als bedoeling heeft (getuige de omschrijving van het voorwerp, de NACE-code, …) om Lees meer…
Een winkelcentrum kan een zelfstandige activiteit vormen en op die manier een algemeenheid van goederen. Hof van Justitie bevestigt dat ook de overdracht van een onroerend goed, bestaande uit een winkelcentrum met alle er aan verbonden contracten en dergelijke meer, Lees meer…
Cassatierecht waarbij bevestigd wordt dat openbaarmakingsverplichtingen enkel bedoeld zijn voor derden, waarbij de fiscus geen derde is en zich niet kan beroepen op een niet-tijdige publicatie. (Hof van Cassatie, 2 september 2016, F.15.0104.N)
Bevestiging door het Hof van Justitie dat ingeval van een inbreng de maatstaf van heffing gelijk is aan de subjectieve vergoeding die voorzien is naar aanleiding van de uitgifte (uitgiftewaarde van de aandelen). Er is geen absolute regel dit stelt Lees meer…
Het is niet omdat de partijen hun overeenkomst bestempelen als een dading dat er ook daadwerkelijk sprake is van een dading. De werkelijke wil van de partijen telt. De rechter mag de werkelijke wil van de partijen achterhalen aan de Lees meer…
In het kader van een nieuwe regeling, waarbij verhuurders worden belast als de huurder het onroerend goed in kosten neemt, kan de verhuurder niet worden belast en kan de huurder evenmin het beroepsaandeel in kosten nemen, indien de huurovereenkomst vermeldt Lees meer…
Zowel voor de initiële verkrijging van het onroerend goed, als voor verbouwingswerken aan het onroerend goed moet de periode van 5 jaar afzonderlijk worden bekeken. Het kan dus zijn dat voor de aankoop de 5-jaarsperiode is verlopen, maar voor de Lees meer…
Deze kwalificatie steunt op het feit dat de inkomsten niet zozeer komen uit het onroerend goed dat de concessiehouder mag oprichten krachtens een verkregen afstand van recht van natrekking, maar vooral uit exploitatie. Dit maakt dat de inkomsten van roerende Lees meer…