Unieke ruling aangezien de overnemende vennootschap onderworpen is aan de vennootschapsbelasting en de overgenomen entiteit (vzw of andere rechtspersoon) aan de rechtspersonenbelasting. Dit is een in regel belaste verrichting, die op vele/alle vlakken toch uitmondt in een belastingvrijheid aangezien bestanddeel per bestanddeel moet worden nagegaan of er een belastbare grondslag is in de RPB. Er is in tegenstelling tot de VennB geen algemene grond van belastbaarheid op verwezenlijkte en latente meerwaarden (Voorafgaande beslissing nr. 2019.0070 d.d. 26.03.2019).