Bij de inbreng van een woning in een vennootschap zijn niettemin verkooprechten verschuldigd. Een gîte of vakantiehuisje is volgens de rulingcommissie geen woning (dus enkel vast recht inzake registratierechten) aangezien er geen permanente bewoning is en kan zijn en er daardoor dus geen sprake is van een “woning”. Zoals de wettekst luidt: ze worden dus niet “aangewend of bestemd” tot bewoning (Voorafgaande beslissing nr. 2019.0467 d.d. 11.06.2019)