Een feitelijk bijzonder geval waarbij het Hof van Cassatie het arrest van het Hof van Beroep bevestigt. Een advocatenvennootschap telt twee advocaten-zaakvoerders, echtgenoten van elkaar, waarbij de man een ruime omzet behaalt vanuit een kantoor in Gent (waarop de vennootschap geen rechten heeft) en de echtgenote een beperkte omzet behaalt vanuit een thuiskantoor (woning met deels beroepsmatig gebruik). Echter zijn de kosten verbonden aan dat deel van het huis groter dan de omzet van de echtgenote, die trouwens een vergoeding krijgt gelijkaardig aan het bedrag van haar omzet. Alles samen genomen is haar activiteit dus deficitair voor de vennootschap. Het Hof van Cassatie bevestigt de niet-aftrekbaarheid van de kosten verbonden aan het onroerend goed (Hof van Cassatie 28 november 2019)
Categorieën: Bezoldigingstheorie