In voorliggend geval had de koper van onroerend goed zich ertoe verbonden in de verkoopovereenkomst om de kadastrale verplichtingen te voldoen, terwijl deze wettelijk zijn opgelegd aan de verkoper. In de overeenkomst werd tevens vermeld dat de kosten ervan zouden worden gedragen door de koper en geen onderdeel vormen van de prijs. Volgens het Hof kan dit perfect contractueel bedongen worden maar neemt dit niet weg dat de koper verplichtingen van de verkoper vervult. Zodoende is artikel 13 e.c. Wbtw (btw-commissionair) van toepassing, zelfs als er geen tegenprestatie tegenover staat tussen koper en verkoper, en is de koper fictief een tussenpersoon die wordt geacht de dienst te hebben ontvangen en geleverd aan de verkoper. Zonder dat het met zoveel woorden wordt gezegd in het arrest, zal de koper btw moeten aanrekenen aan de verkoper en is de zelf betaalde btw dan aftrekbaar (HvJ C-707/18 van 19 december 2019).
Categorieën: btw-aftrekMaatstaf van heffing