Belangwekkend arrest van het Hof van Cassatie, omtrent een driedubbele rechtsvraag:
- In de lijn met de uitspraak van het Hof van Justitie, wordt gesteld dat het voldoende is om vast te stellen dat er sprake is van een substantiële renovatie met een hoge toegevoegde waarde, om te spreken van een vernieuwbouw inzake btw. Het feit dat niet de wetgever zelf (maar wel de Administratie, ook al komt dat in het arrest minder aan bod) de criteria van eerste ingebruikneming en dergelijke heeft ingevuld, neemt niet weg dat de algemene regel blijft bestaan.
- In deze betrof het een klassiek verhaal waarbij het karkas van het onroerend goed werd verkocht (een oud schoolcollege) met de bedoeling om er na afloop nieuwe appartementen van te maken, waarbij de koper intekent op een aannemingsovereenkomst inzake renovatie aan 6,00%: gelet op de verbondenheid van de beide transacties worden de beiden als één gezien en besluit het Hof dat de volledige verrichting onderworpen is aan 21,00% btw.
- Anders dan het bestreden arrest van het Hof van Beroep te Luik heeft gesteld, moet de maatstaf van heffing worden begrepen als de klassieke maatstaf van heffing zoals deze blijkt uit de stukken, met daarbovenop 21,00% btw, ook al kan dit niet gerecupereerd worden vanwege de kopers.
0 reacties