Een beroepsoprichter had in een stadskanker een gebouw afgebroken en er een nieuw appartementsblok op geplaatst met het oog op de verkoop ervan. Er werd 21% aangerekend en afgetrokken, gelet op de intentie van verkoop als beroepsoprichter. Nadien werden de appartementen verhuurd in plaats van verkocht en drong zich een herziening op. Bij die gelegenheid claimde de vennootschap alsnog het 6,00% tarief en kreeg daaromtrent gelijk (HvB Antwerpen 26/03/2019).