De prestaties die verband houden met de organisatie van veilingen van in onderpand gegeven goederen zijn niet bijkomend ten opzichte van de hoofdprestaties, die verband houden met de verlening van kredieten op onderpand als bedoeld in deze bepaling, zodat zij voor doeleinden die de belasting over de toegevoegde waarde betreffen niet het fiscale lot van deze hoofdprestaties delen.

(Hof van Justitie, 7de kamer, nr. C-89/23, 18 april 2024)


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *