Er werd een verworpen pand aangekocht door verschillende personen in onverdeeldheid, die allen hun hoofdverblijfplaats in dit onroerend goed gaan vestigen. Het betreft inderdaad een appartementsgebouw met meerdere ruimtes, die voorheen kadastraal waren opgesplitst middels een basisakte. Aangezien er voordien reeds een vermenging van alle rechten was in handen van de verkoper, is de mede-eigendom van rechtswege opgeheven. De formaliteiten daartoe zijn wel nog niet vervuld, zij het dat dit van rechtswege wel stond vermeld in de verkoopakte. De kopers zijn een grotere familie die het pand volledig zullen gebruiken en de genotsrechten zullen opdelen, maar niet de eigendomsrechten. Deze laatste kopen ze in onverdeeldheid. Na betwisting met Vlabel wordt aanvaard dat zij allen voldoen aan de voorwaarde van het verlaagd tarief, aangezien ze allen het onroerend goed zullen gebruiken als hoofdverblijfplaats en enkel mede-eigenaar zijn van één monoliet blok en niet van verschillende units in aparte eigendom. Er wordt bevestigd dat de fiscus geen derde is en dat de opheffing van de appartementswetgeving van rechtswege ook geldt voor de fiscus, ook al zijn de formaliteiten terzake nog niet vervuld.
(Rb. Oost-Vlaanderen (afd. Gent) (burg.) (6e k.) nr. 22/244/A, 17 april 2024 (rolnr : 22/244/A))
0 reacties