Ruling met de volgende markante punten (nr. 2018.0575 d.d. 24.07.2018):
- bij latere verkoop aandelen: na te gaan of de belastingvrijheid van de verrichting niet op de helling komt te staan
- bij gemengde inbreng van louter roerende goederen is sowieso enkel het vast recht verschuldigd
- het bestaan van de bedrijfstak moet voor btw-doeleinden worden beoordeeld bij de verkrijgende vennootschap (cf. Zita Modes)
- duiding van de fiscale verwerking conform 213 WIB 1992 ingeval van aanwezigheid van een tax shelter
- De fiscale toestand mag op datum van de splitsing niet substantieel afwijken dan ten tijde van de tussentijdse staat (boekhoudkundige retroactiviteit)