Ruling met de volgende markante punten (nr. 2018.0575 d.d. 24.07.2018):

  1. bij latere verkoop aandelen: na te gaan of de belastingvrijheid van de verrichting niet op de helling komt te staan
  2. bij gemengde inbreng van louter roerende goederen is sowieso enkel het vast recht verschuldigd
  3. het bestaan van de bedrijfstak moet voor btw-doeleinden worden beoordeeld bij de verkrijgende vennootschap (cf. Zita Modes)
  4. duiding van de fiscale verwerking conform 213 WIB 1992 ingeval van aanwezigheid van een tax shelter
  5. De fiscale toestand mag op datum van de splitsing niet substantieel afwijken dan ten tijde van de tussentijdse staat (boekhoudkundige retroactiviteit)