Vennootschap A vestigt een erfpachtrecht op een btw-nieuwbouw onder btw aan vennootschap B. De overeenkomst bevat een uitdrukkelijk ontbindend beding, die jaren later in werking treedt door wanprestaties van B (erfpachter). Door de ontbinding wordt het erfpachtrecht geacht nooit te hebben bestaan en wordt A altijd geacht de eigenaar gebleven te zijn. Indien na de ontbinding wordt overgeschakeld op een vrijgestelde verhuur, dan moet de herziening bij vennootschap A plaats vinden (Luik 28 juni 2016).