Een beslissing van de rulingcommissie waarbij een recht van erfpacht heel recent is ontstaan maar door een overlijdenssituatie plotseling toch wordt stopgezet, omdat de last van de erfpacht te groot zou zijn voor de erfpachter. De vraag stelt zich naar de registratierechten of dit met het verkooprecht moet worden belast of niet. Aangezien de vergoeding gelijk is aan de vergoeding van het gederfd genot en niet aan een prijs, wordt enkel het vast recht weerhouden. Elementen die evenzeer worden aangehaald is het feit dat:
- het erfpacht slechts een heel korte periode heeft gelopen,
- de oorspronkelijke vestigingsakte niet voorzag in een vergoedingsregeling,
- er geen enkele eigendom is opgericht krachtens het accessoir opstalrecht,
- in de akte duidelijk werd vermeld dat het gaat om een vergoeding van het gederfd genot.
0 reacties