In plaats van te opteren voor de aanrekening van een voordeel van alle aard, werd door de vennootschap een huur aangerekend aan de zaakvoerder. Aangezien de huur volgens het Hof te laag was (€ 500,00 voor elke maand, ongeacht het seizoen of 1,50% rendement op de aankoopprijs), is het nooit de bedoeling van de vennootschap geweest om winst te maken. In deze was de vennootschap volle eigenaar en niet louter vruchtgebruiker, zodat een meerwaarde later mogelijk is. Volgens het Hof moet deze meerwaarde aannemelijk gemaakt worden, wat hier niet het geval was, temeer het reeds opgelopen deficit zo groot was dat het allicht later moeilijk kan gecompenseerd worden met een meerwaarde. Gevolg: kostenaftrek geweigerd (Gent 20 november 2018)